Bijna kan je niet bestaan, zo stil ben jij

Beste lezer,

Het rouwen om onze verloren privacy en vrijheid maakte eerder deze maand alweer plaats voor andere, meer urgente besognes en voor één keer kan ik het eens niet (allemaal) op de mens verhalen…

Terwijl de zomer normaal rust en kalmte betekent, wijst op dit moment alles op verwarring en gevaar.

Koude stalen graaf machines gaan hier als bezeten wezens tekeer, slaan weerom veel bomen neer en maken dan lange kraters in de grond. Waar ze precies naar op zoek zijn is me een raadsel, – als het over konijnen gaat, lijkt het me zwaar overbodig –  maar dat veel kapot gemaakt wordt is wel duidelijk.

Nu ben ik normaal gezien een groot liefhebber van graven omwille van de jacht en ik ben niet de enige. Het is een kunst die met vééél rituelen en véél vaardigheden gepaard gaat. Zoniet deze gruwelijke uitsloverij die nergens goed voor lijkt te zijn. Het lijkt een ding van de mens, dat kapot slaan onder het mom van proper maken, maar daar hadden we het al over.  Mijn mens kijkt er af en toe naar. Ze wordt stiller. Haar ogen hebben een andere schijn.

We zijn nu omgrensd door hopen aarde en stenen mensen creaties, en dat is bitter voor al het leven dat heeft moeten wijken. De jongmensen gluren door de nieuwe scheidingsmuur naar hun vroegere kampen, avonturen, schuilplaatsen.

Als reactie op doodsgevaar, door grond en dus bestaansrecht af te nemen, doen wolven wel eens iets terug als een snel en natuurlijk verzet tegen dood gaan en verdreven worden. Wij, daarentegen worden geacht ons hier bij neer te leggen, hoe bevreemdend dit ook is.

En dan komt er plots een nieuwe slag…

Ook de schapen krijgen het hier nu te verduren. Er waart duidelijk een vuile ziekte door de kudde. Sommigen lijken kreupel en koortsig;  staan wezenloos voor zich uit te staren (ja, akkoord, meer dan anders! ) en mijn mens klost weer af en aan met extra eten, water en genezingsspullen.

Sommige schapen weten hierdoor plots weer van hun eeuwige onrust af, omwille van hun eindigheid, al leven ze nog allemaal. Het ondergaat, zo’n schaap. Bijna kan het niet bestaan, zo stil is zo’n beest.

Rasmus vindt het maar niks, die stille schapen. Ze reageren nauwelijks op zijn uitdagingen. Het dempt zijn enthousiasme om een volwaardige wolf te worden.

De uiteindelijke manier van niet dood gaan en verder leven – alsof dit alle leed en onrust weer zou goed maken, geeft me wrevel. Enkel de mens kan een idiote beslissing nemen om verder te leven met behulp van de dood.

Maar met alle zieke, vluchtende, kreunende of omgevallen wezens, dieren en bomen, lijkt hier nu het doodsgevaar der soorten aangekondigd.

Uw verstilde

Titus

 

 

 

 

 

Mis geen enkele brief van Titus!

Schrijf u in op de nieuwsbrief 🐾

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Hallo daar 🐾
Leuk je te ontmoeten.

Schrijf je in om onmiddellijk de nieuwste brief van Titus te ontvangen

We sturen je geen spam! Lees ons [link]privacybeleid[/link] voor meer informatie.