De overdadige mens

Beste Lezer,

Ondertussen op onze site… ..

In de mistige herfstochtenden worden de machines en de mannen naast ons territorium nu steeds vager. Ze zetten hun werkzaamheden voort, maar nu gedekt en al haast opgelost in het grauwe licht. De bewegingen, van de machines worden stilaan zo pijnlijk alledaags dat een toeschouwer in de verte er doorgaans niet al te lang naar kijkt.

Ze wandelen als aan een koord dat de dood aan het andere eind strak in de hand hebben deze overdadige ijverige mensen, volop aan de gang nieuwe tronen te maken voor een leeg koninkrijk.

De rommelstroken die er zijn uitgegooid lijken er steeds meer expres te zijn aangebracht waardoor op droge dagen de wind een bijdrage aan vuil levert.

Stilaan is er geen mogelijkheid meer tot vergelijken. Er is niets meer te bespeuren van het leven dat er vroeger in aanwezig was. Integendeel. Het is negatief geworden, het is onmogelijk dat er iets is geweest: de leegte heeft het alsnog uitgeroeid postuum.

Een uitzicht dat ook in de zon iets droefgeestigs heeft. Dat komt misschien wel doordat de struiken, bomen en mossen, die aan de andere kant van de muur weggehaald zijn, plaats hebben gemaakt voor grote stenen en brede gladde wegen. Onwezenlijk zwart en volstrekt nutteloos zijn nu de schaduwen van hopen grond en stenen blokken.

Wie achteruit gaat krijgt het van voren.

Beste lezer,

Terwijl de jonge Rasmus me op de voet blijft volgen, te pas en vooral te onpas bevestiging, aanmoediging en sturing verwacht, een constante speelpartner in mij ziet en iedere mens om zijn staart windt, besef ik dat mijn jeugd definitief voorbij is. Hierdoor verontrust trek ik me behoorlijk vaak terug in mijn kwartieren, om te bekomen van de schrik.

Ik voel vreemde huiveringen als de kleine me demonstratief zijn borst komt aanbieden, als een trotse kip rond mij hangt en me onherroepelijk in de rol katapulteert van senior coach.

Als moet gereageerd worden op onregelmatigheden bij de honden, wordt nu gespannen gekeken of ik van mijn à propos wordt gebracht en of ik mijn ongevraagde verantwoordelijkheden zal opnemen… . En, bij tijden wordt mijn goedbedoelde optreden soms met onbeheerste minachting beantwoord, alsof iemand mij zou hebben geïnstrueerd omtrent mijn nieuwe taak. Mooi is dat!

Niet langer wordt naar mij gekeken als innemend, schattig of leuk!!

Voelt u hem?

En als ik door innerlijk schouwen weet dat dit de gewone gang van zaken is, dan kan ik plots alleen afwegen welke mijn goeie kant is maar zeker ook welke mijn meest kwaaie.

Want zojuist nog liep ik nog grinnikend stout, speels, onwetend en schattig rond en zo ben ik dan plots in deze fase terechtgekomen. Weg zijn mijn zorgvuldig afgesloten smokkelroutes (de kleine kan niks geheim houden)en weg mijn bloedeigen ingegraven schatten (de kleine haalt alles boven)… Ook mijn mens bekijkt me nu duidelijk met andere ogen.

Een ingreep in de weerloosheid

Beste lezer,

Het is ook voor de mens soms een weldaad om deel te mogen uitmaken van een grote familie roedel, een even grote weldaad als troost aan iemand die schreit.

In onze wereld is het de normaalste zaak om beschermd te worden door de roedel, tegen elk gevaar dat het leven en de waardigheid bedreigt.

Voor de ‘mens – in –  gevaar’ lijkt het deel uitmaken van een echte roedel eerder een sprookje te zijn, misschien het enige sprookje dat hier te vertellen valt. Er was eens… Een mooi begin waarbij je je – voor de mens – geen eind kan voorstellen.

Tot voor kort dus, toen hier plots het bestaan werd verkondigd van een wonderbaarlijke mensenroedel, die – met een krankzinnige warme kracht – een ingreep kwam doen op de weerloosheid van een jong mens door het mensenkind te omringen als een beschermend schild.

Groot en angstaanjagend zagen ze eruit… Vikingen, passend bij ons gehoornde schapen. Allen voortbewegend met ronkende wielen onder zich. Gelukkig kwamen ze met goede bedoelingen, sterker nog, ze kwamen met een missie.

Nieuw leven dus waar je de zin van kunt aanvoeren en het hele gedoe.

Wie mij een beetje kent weet dat ik een groot liefhebber ben van wielen allerhande, en nu bleek dus een wielen mensen volk te bestaan, dat zich met een moeiteloze zotte zaligheid op 2 snorrende wielen verplaatst.

Soulmates.

En dus…

Werd algauw een plan gemaakt met het wielenvolk; een plan waarbij ikzelf met het meisje zou meegaan naar een plaats vol mensen met ernstige gezichten, uniformen en mensen benchen, waar het meisje zou gaan vertellen wat er aan de hand was zodat één en ander kon worden recht gezet.

Bijna kan je niet bestaan, zo stil ben jij

Beste lezer,

Het rouwen om onze verloren privacy en vrijheid maakte eerder deze maand alweer plaats voor andere, meer urgente besognes en voor één keer kan ik het eens niet (allemaal) op de mens verhalen…

Terwijl de zomer normaal rust en kalmte betekent, wijst op dit moment alles op verwarring en gevaar.

Koude stalen graaf machines gaan hier als bezeten wezens tekeer, slaan weerom veel bomen neer en maken dan lange kraters in de grond. Waar ze precies naar op zoek zijn is me een raadsel, – als het over konijnen gaat, lijkt het me zwaar overbodig –  maar dat veel kapot gemaakt wordt is wel duidelijk.

Nu ben ik normaal gezien een groot liefhebber van graven omwille van de jacht en ik ben niet de enige. Het is een kunst die met vééél rituelen en véél vaardigheden gepaard gaat. Zoniet deze gruwelijke uitsloverij die nergens goed voor lijkt te zijn. Het lijkt een ding van de mens, dat kapot slaan onder het mom van proper maken, maar daar hadden we het al over.  Mijn mens kijkt er af en toe naar. Ze wordt stiller. Haar ogen hebben een andere schijn.

We zijn nu omgrensd door hopen aarde en stenen mensen creaties, en dat is bitter voor al het leven dat heeft moeten wijken. De jongmensen gluren door de nieuwe scheidingsmuur naar hun vroegere kampen, avonturen, schuilplaatsen.

Als reactie op doodsgevaar, door grond en dus bestaansrecht af te nemen, doen wolven wel eens iets terug als een snel en natuurlijk verzet tegen dood gaan en verdreven worden. Wij, daarentegen worden geacht ons hier bij neer te leggen, hoe bevreemdend dit ook is.

De ruimte geeft speelzucht

Beste lezer,

Terwijl u als mens in deze zomerperiode gaat en staat waar u wilt, gaan Rasmus en ik gebukt onder een gedwongen supervisie die alle zomergevoel plat slaat.

Terwijl konijnen, vossen, muizen, marters hier vrij, op en af het domein rennen, zonder beperkingen, bemoeienissen en opmerkingen van de mens, ondergaan wij een idiote straf die begint en eindigt bij een belachelijk misverstand. Ik leg uit…

De afgelopen weken zag ik de jonge Rasmus zich verzwelgen in pogingen om knaagdieren onder en over de omheining te volgen. Ik zag hem duidelijk verbaasd over de eigenaardige heftige gevoelens die hierdoor in hem gewekt werden. En voordat hij na vele graaf oefeningen  – in goede ernst –  ook alleen zou weg draven –  en het inzicht kreeg dat dit ook werkelijk mogelijk was, besloot ik in te grijpen en hem te vergezellen, op zijn tochten zodat hij terug veilig thuis zou komen. Noteer mijn goede bedoelingen.

De eerste keer ging ik noodgedwongen met hem mee zwemmen in de grote vijver achter het domein, maar ik voelde de thuiskomst bui al hangen en dus nam ik hem snel weer mee naar huis. Een andere keer katapulteerde de infant zich over de omheining richting husky teefje. Deze sportieve testosteron uitspatting liet ik aan mij voorbij gaan gezien het belang van mijn waardigheid.

Een volgende keer vertrokken we samen richting koeien, omdat – in de categorie geneugten van vrijheid – ik vond dat de kleine hier toch een inwijding mocht in krijgen. Hoe had ik kunnen weten dat het kind verder wou dan de koeien, véél verder weg richting straat en auto’s??

Het kostte me onwaarschijnlijke overredingskracht om hem terug richting huis te sturen. Hoe kon ik weten dat hij op de terug weg bij verschillende andere honden wou stoppen om een ‘bad ass pose’ uit te proberen en hoe kon ik weten dat hij vreemde mensen zo ver wist te charmeren dat hij in hun tuin mocht en koekjes kreeg???

Berusten is beter, evenals het inzicht dat niks kan worden overgedaan.

Beste lezer,

Gezien ik onterecht onder huis-arrest sta omwille van een onfortuinlijk misverstand voel ik me zwaar opgelaten.

Te zwaar om het er nu al over te hebben – ik probeer het de volgende keer te delen –  en dus drijf ik weg in een doezelig soort tijd.

Ook Remus de kat bevat, in deze tijd van het jaar, beklemd en licht in het hoofd het drijven van de tijd.

Zouden de katten er een punt van maken, van de tijd, dan kwamen ze waarschijnlijk niet weer naar huis. Dat bedacht ik toen – op het vaste avondtijdstip de deur werd dicht gedaan voor de kat Remus die – nu het eenmaal droog is buiten- zo intens aangenaam lag te spinnen en hij dus, omdat hij daar juist zo lekker lag, geen enkele behoefte had om op te staan. Katten zijn van nature zeer wollig, maar na het jagen, voelen ze zich vanbuiten, net zo als van binnen en dan kroelen ze wulps omdat het leven zo’n lekker zachte boel is. Ha!

En dan komt de mens. Het is blijkbaar één of andere ’tijd’. Want hij heeft veel soorten tijd de mens. Tijd om binnen te komen, tijd om te eten, tijd om te gaan, tijd om te werken, tijd om te rusten, tijd om te slapen, tijd om te wandelen, tijd om huisarrest te geven!!!

Waar die tijdsobsessie vandaan komt, is mij een raadsel. Hij komt niet door de vogels, niet van de zomer, niet van de wind of de geuren, niet van de ijverige vertering na het slopen van een prooi, zelfs niet eens van licht of donker…

Plots stopt met ‘een tijd’ zo’n mens abrupt met wat hij bezig is en doet dan plots iets anders. De hoogheid en urgentie van dergelijke denkbeelden waar dan onmiddellijk een actie moet op volgen is niet erg in overeenstemming met onze werkelijkheid, althans, aangenomen dat je je met je eigen zaakjes aan het bemoeien bent.

Wervingskracht

Beste lezer,

To dek or not to dek..

Dit galmt hier al dagen via de infant Rasmus die – bol van de puberhormonen – alles en iedereen tracht te be-dekken, te be-leunen, te be-likken en te be-rijden.

Ik doe alles wat in mijn macht ligt hem te overtuigen dat het niet mag – van de mens welteverstaan, en dat hij ermee in de problemen gaat komen, hoe absurd dit ook is.

Maar het gedeelde geheim van de instandhouding van de soort, waarvan blijkbaar alleen mensen zijn vervreemd, maakt zich op gezette tijdstippen ook gewoon van ons meester. Het zoemt en brult in onze lijven die waarachtig niet beter weten dan hier gehoor aan te geven. Een aaneengesloten rij van oude bewegingen die zich voortzetten in levende wezens, die bij ons honden jaar na jaar eerst lijken te vervagen en dan ineens nog blijken te leven in zo’n jonge puberhond die handelt als in een oude droom. Als hond is men het snel eens met elkaar en kennis maken hoeft niet als men van nature één van zin is

Maar het mag niet, zo heeft de mens besloten, enkel als ze toestemming geven.

Rasmus heeft dit nog niet begrepen en dus gooit hij zich op alle teefjes die hij te pakken krijgt. Vol overspannen verwachting zelfs, nu plotseling al zijn gevoel als een logge, te zwaar geladen pijl, gericht is op bevruchting. Daar kan trouwens mijn begrip voor bestaan. Het brengt herinneringen terug.

Zijn spierkracht is bij dit feestgedruis de doorslaggevende factor. Die geeft hem vleugels en maakt hem enthousiast en driftig, maar hij doet toch matig zijn best om veel gevoel te leggen in zijn overrompelende liefdesroep, hetgeen de jongmensen in de groep doet fronsen, zeker als Rasmus ook nog melancholisch gaat huilen als een wolf waarbij , hoe intenser het geluid hoe smartelijk het verlangen wordt en des te groter de wervingskracht die van de infant uit gaat.

Calimero

Beste lezer,

Slachtoffer spelen is ook gewoon een toestand in het leven en het scheelde niet veel of één van de honden liet zich hier ordinair bepamperen als een behaagzuchtige kat.

We spreken hier over Maxime-ke, een halfwassen schichtig beestje dat de kunst verstaat om diep-én-in-triest in mensen ogen te kijken alsof hem een groot ongeluk is overkomen en hij overgeleverd aan alle werelds onheil, afwisselend slachtoffer of aanklager moest gaan worden.

Samen met zijn jongmens, kijkt hij beschuldigend de wereld in. Rasmus loopt, in zijn zoektocht naar een feestje, het duo snel voorbij.

Als de klaagzang zo langzaamaan aanzwelt, en men er, als bij deze twee, helemaal aan gewend bent geraakt, wachtend op het verdwijnen van het laatste medeleven, is de leukigheid van de sfeer een beetje zoek natuurlijk.

‘Jouw hond lijkt de Calimera-toer op te gaan, merkt mijn mens nu droog op.

‘Hij doet een Calimerootje’, gniffelt één van de jongmensen.

De jongmens staakt zijn klaagzang nu, weliswaar met gefronste wenkbrauwen. Er valt hem nog allerlei ellendigs in dat moest gezegd worden, en hij zoekt vertwijfeld iemand die geen verweer zal gaan tonen tegen dit alles, maar alle mensen kijken snel weg.  Rasmus gooit zich bij wijze van experiment plompverloren tegen Maxime aan die als door een wesp aangevallen angstig weg springt. Ikzelf wil een eind maken aan deze minderwaardige situatie waarin 2 honden tegenover elkaar zitten, maar waarbij de één doet of het niet zo is.

Zijn verlatenheid bleek bestendig.

Beste lezer,

Het aantal honden en jong mensen die hier de afgelopen weken veilig achter ruggen, poten en vacht verstopt zaten voor de grote boze wereld neemt stilaan bizarre proporties aan.

En wie mij een beetje kent, weet dat ik een behoorlijke hekel heb aan volgroeide individuen die zich in een kinderlijke bubbel blijven schuil houden om zo te ontsnappen aan welke volwassen verantwoordelijkheid dan ook.

Zo ook een kinderlijk honden kereltje, weliswaar allang volgroeid, dat als vastgeketend bleef hangen aan zijn mens terwijl het loerend om zich heen scande op zoek naar mogelijk gevaar, bijvoorbeeld vanuit de aanwezige jongmensen die – net als hij – overtuigd van de vele mogelijke drama’s die zich zouden kunnen voltrekken eens ze uit de geborgenheid van de moedermens zouden kruipen om onbezonnen de wereld tegemoet te treden.

Er was duidelijk iets in de ogen van het hondje dat verkondigde dat er geen wegloperijtjes mochten zijn en dat hij zeer waakzaam was voor grapjes.

Want als je voortdurend gaten en greppels en schuilhoeken ziet, dan ben je in gedachten op het laatst alleen maar bezig met je te verstoppen en op die manier blijft er van het bestaan maar een heel klein deeltje over. En dus was er inderdaad maar een schijntje leven te bespeuren in het hondje en de aanwezige mensen.

Zucht…

Het scheelde niet veel of alle vrolijkheid zou zijn verdwenen terwijl ieder zich ordinair verstopte om daarmee de mogelijke verbondenheid met mij, Rasmus of met de jongmensen al reeds te verpatsen.

Zonder de dood zag ze af van verder leven

Beste lezer,

Dood zijn moet eventjes wennen, als een ijle muziek die je nog nooit eerder hoorde.

Dood was een lam, waarvan door de mens werd besloten dat het niet meer mocht leven.

Het moest iets hebben voorgehad waardoor de achterste poten plots stuk waren. Ze hingen er wel nog aan, maar er was verder niks meer mee aan te vangen.

Maar als de geest naar rennen staat, als die het ritme en de cadans van het lopen zoekt en tot andere vergezichten wenst door te dringen, en er een luide en duidelijk wens is verder te willen leven, kan zo’n beestje zich enkel via de voorpootjes verder slepen. Een trieste run naar de moeder.

De jong mensen vonden het ook een erg storend en moeilijk beeld om te vatten en ze werden er erg stil van.

Het lam deed er alles aan om toch nog de uier van de moeder te bereiken.

Later, wanneer het ook andere dingen zou eten, zou het vergeten wie haar moeder was en de moeder zou het geluk van zo’n zachte snuit die een tepel zoekt vergeten, tot ze weer een jong zou hebben. Maar de mens beslist ook hier weer om tussen te komen begreep ik toen ik de auto hoorde en rook aankomen van de mens die hier regelmatig met vreemde geuren en prikspullen te keer gaat;  aan – en met ons lijf. Hier stond iets te gebeuren met het onfortuinlijke lam.

En ja, even later zag ik de man buiten komen met het ver-lam-de beestje dat, enkele vreemde geuren en objecten later, dood in de armen van mijn mens hing. Binnen riep de moeder op haar lam en ook de rest van de kudde bleek danig van streek.

Rasmus oefende inmiddels onverstoord en met een ordinaire vrolijkheid water ver-springen. Ik hield hem verder uit de buurt gezien hij ook hier wel weer een feestje zou willen van maken.

De man verdween gelukkig snel, waardoor iedereen kon uitademen, behalve het lam dan. Zonder dood zag ze nu af van verder leven.