Wie achteruit gaat krijgt het van voren.

Beste lezer,

Terwijl de jonge Rasmus me op de voet blijft volgen, te pas en vooral te onpas bevestiging, aanmoediging en sturing verwacht, een constante speelpartner in mij ziet en iedere mens om zijn staart windt, besef ik dat mijn jeugd definitief voorbij is. Hierdoor verontrust trek ik me behoorlijk vaak terug in mijn kwartieren, om te bekomen van de schrik.

Ik voel vreemde huiveringen als de kleine me demonstratief zijn borst komt aanbieden, als een trotse kip rond mij hangt en me onherroepelijk in de rol katapulteert van senior coach.

Als moet gereageerd worden op onregelmatigheden bij de honden, wordt nu gespannen gekeken of ik van mijn à propos wordt gebracht en of ik mijn ongevraagde verantwoordelijkheden zal opnemen… . En, bij tijden wordt mijn goedbedoelde optreden soms met onbeheerste minachting beantwoord, alsof iemand mij zou hebben geïnstrueerd omtrent mijn nieuwe taak. Mooi is dat!

Niet langer wordt naar mij gekeken als innemend, schattig of leuk!!

Voelt u hem?

En als ik door innerlijk schouwen weet dat dit de gewone gang van zaken is, dan kan ik plots alleen afwegen welke mijn goeie kant is maar zeker ook welke mijn meest kwaaie.

Want zojuist nog liep ik nog grinnikend stout, speels, onwetend en schattig rond en zo ben ik dan plots in deze fase terechtgekomen. Weg zijn mijn zorgvuldig afgesloten smokkelroutes (de kleine kan niks geheim houden)en weg mijn bloedeigen ingegraven schatten (de kleine haalt alles boven)… Ook mijn mens bekijkt me nu duidelijk met andere ogen.

Je kunt er vanalles over zeggen en denken. Ook dat ik blij mag zijn, omdat we nu eenmaal niet geschapen zijn om in ons eentje te moeten zitten kniezen, al zal niet iedereen het daar mee eens zijn. De dagelijkse gang van zaken mag ook zijn pleziertjes hebben.

‘Schep moed’, spreek ik mezelf nu elke morgen toe, want ik ben mijn jeugd kwijt en de vanzelfsprekende aanhankelijkheid die ik – als ‘de kleine’ bij iedereen opriep.

De jonge Rasmus kan inmiddels uitsloverig zijn onschuldige schattigheid in de weegschaal gooien en in weerwil van onze eenheid in het dagelijkse roedelleven wordt mijn uithoudingsvermogen in deze relatie danig op de proef gesteld.

Ik ben moe hoor. Ontzettend moe.

Als ik niet onbeweeglijk stil lag in mijn mand, zou ik me toch niet kunnen of willen verroeren.

En dan moet je moe zijn hoor. Dat is toch zeker wel te begrijpen. Ik begrijp dat zelf best tenminste. Hoewel ik hoe langer hoe minder weet waar ik nu eigenlijk aan toe ben in deze fase.

Ik zou er veel voor over hebben om nog eens één keertje op de schoot te zitten… dicht bij mijn mens, terwijl de zielige en trutterige kleine hartstochtelijk trillend zou staan wachten op zijn beurt.  Maar goed, wie achteruit gaat in zijn evolutie, krijgt het van voren. Ha!

Uw vermoeide

Titus

 

 

 

 

 

 

 

Mis geen enkele brief van Titus!

Schrijf u in op de nieuwsbrief 🐾

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Hallo daar 🐾
Leuk je te ontmoeten.

Schrijf je in om onmiddellijk de nieuwste brief van Titus te ontvangen

We sturen je geen spam! Lees ons [link]privacybeleid[/link] voor meer informatie.