Zonder de dood zag ze af van verder leven

Beste lezer,

Dood zijn moet eventjes wennen, als een ijle muziek die je nog nooit eerder hoorde.

Dood was een lam, waarvan door de mens werd besloten dat het niet meer mocht leven.

Het moest iets hebben voorgehad waardoor de achterste poten plots stuk waren. Ze hingen er wel nog aan, maar er was verder niks meer mee aan te vangen.

Maar als de geest naar rennen staat, als die het ritme en de cadans van het lopen zoekt en tot andere vergezichten wenst door te dringen, en er een luide en duidelijk wens is verder te willen leven, kan zo’n beestje zich enkel via de voorpootjes verder slepen. Een trieste run naar de moeder.

De jong mensen vonden het ook een erg storend en moeilijk beeld om te vatten en ze werden er erg stil van.

Het lam deed er alles aan om toch nog de uier van de moeder te bereiken.

Later, wanneer het ook andere dingen zou eten, zou het vergeten wie haar moeder was en de moeder zou het geluk van zo’n zachte snuit die een tepel zoekt vergeten, tot ze weer een jong zou hebben. Maar de mens beslist ook hier weer om tussen te komen begreep ik toen ik de auto hoorde en rook aankomen van de mens die hier regelmatig met vreemde geuren en prikspullen te keer gaat;  aan – en met ons lijf. Hier stond iets te gebeuren met het onfortuinlijke lam.

En ja, even later zag ik de man buiten komen met het ver-lam-de beestje dat, enkele vreemde geuren en objecten later, dood in de armen van mijn mens hing. Binnen riep de moeder op haar lam en ook de rest van de kudde bleek danig van streek.

Rasmus oefende inmiddels onverstoord en met een ordinaire vrolijkheid water ver-springen. Ik hield hem verder uit de buurt gezien hij ook hier wel weer een feestje zou willen van maken.

De man verdween gelukkig snel, waardoor iedereen kon uitademen, behalve het lam dan. Zonder dood zag ze nu af van verder leven.

Mijn mens en ik keken triest naar het beestje, dat er plots weer weer gewoon leek uit te zien, de poten waren weer goed en precies zoals ze zijn moesten.

In de stal ging het eisende gemekker onverminderd verder, dus mijn mens nam het lam in haar armen en legde het midden de kudde.

Alle schapen stonden nu over het lam gebogen en het mistroostig en ontevreden gemekker stopte en doordat het zo opvallend geringer van volume werd en zo volstrekt ingehouden, had het iets heiligs, juist omdat het na het tumult van het doden, in de eerste stilte die daar op volgde, iets verkondigde van hun stil gedragen leed; een afgebrokkeld gemekker dat onder geen beding onderschat mocht worden als waardig afscheid.

Een stilte waaruit de ellende en het weeklagen waren uitgezeefd. Het geluid, eindelijk verlost van zijn kwellingen.

Uw ingetogen

Titus

 

Mis geen enkele brief van Titus!

Schrijf u in op de nieuwsbrief 🐾

We sturen je geen spam! Lees ons privacybeleid voor meer informatie.

Hallo daar 🐾
Leuk je te ontmoeten.

Schrijf je in om onmiddellijk de nieuwste brief van Titus te ontvangen

We sturen je geen spam! Lees ons [link]privacybeleid[/link] voor meer informatie.